De een ligt voor de winkel om een nieuwe game of iPhone te kunnen kopen. De ander zit uren van tevoren met meerdere computers ingelogd te wachten om een concertkaartje te bemachtigen. En ik? Ik zat dagen van tevoren al te kijken naar de tickets voor Balmoral Castle. Het Schotse buitenverblijf van de Britse royals wordt deze zomer voor het eerst opengesteld voor publiek. Het sprookjeskasteel in de hooglanden, waar koningin Elizabeth zo graag was. De plek waar ze voor de familie picknicks organiseerde in de zomer. Waar gebarbecued werd, gefeest en gedanst. De Schotse ruit, specifieker, de speciale ruit die voor Balmoral is ontworpen, kom je overal in het interieur tegen. Sinds 1853, toen prins Albert, de man van koningin Victoria het ontwierp, wordt hij door vele royals gedragen. En door koning George VI, de vader van Elizabeth, werd deze specifieke ruit van grijzig bruin met rode en zwarte strepen, verboden voor het gewone volk. De maker van kilts in de regio stuurde eens een vriendelijk briefje naar het paleis. Hij kreeg heel wat aanvragen naar dat specifieke ruitje, maar besloot het wel even na te vragen. Per ommegaande post werd verklaard dat het ‘puur persoonlijk en privé voor Zijne Majesteit en de familie’ is en ‘onder geen enkele mogelijkheid’ door anderen mag worden gedragen.’ Balmoral zit al sinds de illustere koningin Victoria in het hart van de Windsors. Na tal van adelijke families gingen zij en prins Albert het in 1848 huren. Victoria vond het er ‘klein maar fijn’, het ‘ademde vrijheid en rust, waar men de wereld en haar droevige onrust kan doen vergeten.’ Het werd al gauw aangekocht, maar toch ook als té klein werd bestempeld. Het gezin van Victoria breidde zich namelijk nogal uit. Waar moesten de gasten? En het personeel? En dus begon men met de bouw van een nieuw kasteel, op minder dan 100 meter afstand. Het werd een geliefde plek voor generaties Britse royals. Traditiegetrouw kwamen kinderen en kleinkinderen ook Elizabeth hier steevast in de zomer opzoeken. Het was helaas ook hier dat de jonge prinsen William en Harry te horen kregen dat hun moeder in Parijs was omgekomen. Tot dan toe was het voor hun een van de gelukkigste plekken op aarde. ‘Niets minder dan het paradijs,’ noemde Harry het, ‘een kruising tussen Disney World en een of ander heilig druïdenbos. Ik was altijd druk met vissen en jagen.’ Publiek was er tot nu toe nooit welkom. Elizabeth hield de deuren van haar intiemste verblijven gesloten. Gelukkig was er prins Harry, die in zijn boek de lezer met wat fantasie wel een blik in het kasteel gunde. ‘De ruime hal met zijn witte stenen vloer met grijze, stervormige tegels, en de enorme open haard met zijn fraaie schoorsteenmantel van fraai versierd, donkerkleurig hout, dan aan de ene kant een soort bijkeuken, en links, bij de grote ramen, haken voor vishengels, wandelstokken, rubberen lieslaarzen en zware waterdichte regenjassen, en dan de lichtbruine houten deur die leidde naar de gang met het karmozijnrode vloerkleed en de muren met crèmekleurig behang, versierd met goudkleurige patronen die deden denken aan braille.’ Zo gaat de beschrijving nog wel even door. Het is een bijzondere plek, daar waar ook koningin Elizabeth haar laatste adem aan het eind van de zomer van 2022 uitblies. Koning Charles heeft minder feeling met Balmoral. Van zijn grootmoeder, the Queen Mum, erfde Charles het naastgelegen landgoed Birkhall. Daar is hij liever. En dus stelt hij deze zomer een deel van het kasteel open voor het publiek. Voor het eerst! Fantastisch. Na al die keren loeren op de website, wikken en wegen, besluit ik toch een rondleiding te gaan boeken. Honderd pond per kaartje. Maar die hou ik in mijn zak. Die tickets zijn namelijk helaas al lang en breed vergeven…
Reageer