Van de grofweg 300 bezoeken die de Oranjes per jaar afleggen, zijn sommige fotografen er het liefst elke keer bij. Van de ene kant zou ik het ook graag doen. Toen ik een boek over het leven van koningin Máxima schreef – Máxima, meer dan Majesteit – heb ik haar wel een jaar lang van dichtbij gevolgd en was ik bij alle mogelijke afspraken aanwezig. Werkbezoeken zijn zwaar op de inhoud en in die gesprekken krijg je soms nét even wat meer mee over wat Máxima drijft, wat ze interessant vindt of hoe ze kan bijdragen. Andere bezoeken – de officiële evenementen – zijn vaak wat plechtstatiger. Je ziet het al bij aankomst als de burgemeester, commissaris van de koning en de kamerheer klaarstaan. Máxima met een hoed op, hofdame mee. Dan gaat het om de openingshandeling of het jubileum. Hartstikke leuk, vooral voor de betrokken organisatie een enorme eer, maar dat deel van het werk geeft vaak wat minder diepte aan een verhaal. Kortgezegd: voor mij wat saai. Voor fotografen daarentegen zijn dit soort bezoeken een stuk leuker dan werkbezoeken, omdat Máxima met haar outfit vaak net wat meer uitpakt. Tegenwoordig probeer ik de krenten uit de pap eruit te halen. Als Máxima haar nieuwe organisatie voor mentale gezondheid voor jongeren lanceert. Als Amalia haar eerste reis naar het Caribisch deel van het koninkrijk maakt. Momenten waarop geschiedenis wordt geschreven.
Van Prinsjesdagen heb ik er al meer dan tien meegemaakt. Elke keer is ongeveer hetzelfde en elke keer concludeer ik: op tv zie je het beter. Een aantal jaar heb ik het vanaf het balkon in de Ridderzaal bekeken, maar praktisch was dat niet. Je zit als allereerste gevangen in de zaal en mag pas als állerlaatste de zaal verlaten. Dan zijn de Oranjes al lang en breed op het paleis aan de lunch. Je krijgt niet alleen weinig mee van wat er buiten gebeurt, een verslag maken wordt ook lastig. Later ben ik het eens vanuit het publiek gaan ervaren, of buiten op het Binnenhof en bij Paleis Noordeinde. Maar elk jaar weer denk ik: dat kan volgend jaar ook prima achter de computer met de tv aan. Maar toen kwam corona en verhuisde de troonrede naar de Grote Kerk. Anders dan anders, daar wilde ik bij zijn om het met eigen ogen te zien. Of de eerste keer in de Koninklijke Schouwburg vanwege de verbouwing van het Binnenhof én Amalia’s eerste keer. Bijzijn is meemaken! En dit jaar is het Alexia’s eerste keer. Oranjegemarkeerd in de agenda. Net als het dopen van de Vox Alexia door de prinses zelf. Het is er een voor de geschiedenisboeken. Na afloop stonden buiten de cruiseterminal al tientallen fans achter een lint te wachten om ook een glimp van de prinses op te vangen. Sommigen hadden cadeautjes meegenomen voor haar. De pers werd ‘opgehokt’ achter dranghekken. Van de politie hoefde dat niet per se, maar de RVD leek het niet verstandig. ‘Zie je die plopkappen van de microfoons dan niet?’ zei de RVD-medewerkster tegen de agent. Alexia doorstond het spervuur aan vragen na de fotosessie ook, dacht ik. Dit is een historisch moment, waarom nu ineens zo panisch? Ik besloot eigenwijs te doen en deze historische dag de prinses toch wat te vragen en ging naast de auto staan. Maar terwijl ze afscheid nam van de burgemeester en commissaris bedacht ik me: ga ik haar ‘Koninklijke Hoogheid’ en ‘U’ noemen? Het voelde wat ongemakkelijk en probeerde het te ontwijken. ‘Prinses Alexia, hoe was het om te doen?’ Alexia draaide mijn kant op en glunderde. ‘Het was echt… ik vond het écht heel indrukwekkend.’ Eigenlijk wilde ik weten of ze het leuk genoeg vond om vaker een bezoekje te gaan doen, maar was toch een beetje bang voor een RVD-reprimande. ‘Smaakt het naar meer?’ besluit ik quasinonchalant te vragen. ‘Uhm…,’ reageert ze. ‘Dat weet ik nog niet hoor,’ en draait gniffelend met een zwierige beweging de auto in.
Reageer