Als koning heeft Willem-Alexander zichzelf drie hoofdtaken aangemeten. Vertegenwoordigen, aanmoedigen en verbinden. Die drie staan centraal in zijn koningschap en komen in heel wat van zijn werkzaamheden terug. Steeds weer wordt op basis van deze elementen zijn agenda afgewogen. Als staatshoofd vertegenwoordigt Willem-Alexander ons allemaal als hij bijvoorbeeld een krans legt of bij een herdenking is. Denk ook aan wanneer hij en Máxima op staatsbezoek gaan. Ze vertegenwoordigen daar Nederland, maar ze verbinden ook doordat ze Nederlandse bedrijven de kans geven om in contact te komen met organisaties ter plekke. Je kunt het ook als een aanmoediging zien als het koningspaar op bezoek komt. Je hebt je best gedaan, je krijgt koninklijke erkenning. Een pluim, een aanmoediging om vooral zo door te gaan. Maar bij het aanmoedigen door Willem-Alexander zullen veel mensen het beeld voor zich zien van een jongere Willem-Alexander, in een oranje polootje aan de zijlijn van sportwedstrijden. Jarenlang was hij actief als lid van het Internationaal Olympisch Comité, maar toen hij koning zou worden, moest hij met pijn in het hart van die functie afscheid nemen. Dat betekent niet dat hij met de troonsbestijging zijn sporthart hart begraven heeft. Als het even kan, is hij er alsnog bij, maar dan als Koning der Nederlanden en schreeuwt hij namens ons allemaal de longen uit zijn lijf. Sport verbindt en sport verbroedert, is de gedachte. Straten kleuren weer oranje vanwege het WK. Ajax- of Feyenoordsupporters blijken ineens toch gezamenlijk op eenzelfde bank voor hetzelfde team te kunnen juichen. Dat kennen Willem-Alexander en Máxima maar al te goed, als respectievelijk Ajacied en Feyenoordsupporter. Het is al tijden discussie of de koning naar het WK in Qatar moet gaan. En dat heeft, zoals u vast weet, niet eens zozeer te maken met het feit dat het land met omkoping het toernooi in handen heeft gekregen. Tijdens de bouw van de stadions werden dwangarbeiders onder erbarmelijke omstandigheden aan het werk gezet en sommigen vonden de dood. De mensenrechtensituatie in het land is sowieso niet zoals we die in ons land gewend zijn. Vrouwen zijn er ondergeschikt aan mannen en onder meer homoseksualiteit is er strafbaar. Nou is dat laatste nog altijd een groot taboe onder voetballers. Het is niet dat het ertoe doet wat iemands voorkeur is tijdens sport, maar ‘homo’ is een van de meest gebruikte scheldwoorden onder voetballers en supporters. ‘Je bent toch geen mietje?’ Het geeft (jonge) voetballers niet bepaald dat extra zetje om zichzelf te durven zijn. Het was dan ook nogal slap van de KNVB om te besluiten dat de aanvoerder van Oranje niet de beloofde ‘one love’ band zou dragen, om in Qatar te tonen dat we in Nederland wél voor gelijkheid staan, ongeacht wie je bent of wat je voorkeur is. Tegen andere vormen van discriminatie – als het bijvoorbeeld gaat over spreekkoren over Joden of mensen van kleur – spreekt de voetbalbond zich uit en houdt het voet bij stuk, maar nu de internationale voetbalbond dreigt met een gele kaart door de gekleurde aanvoerdersband te dragen, trekt de bange bond hun keutel weer in. Een gele kaart blijkt toch pijnlijker te zijn dan je uitspreken voor een wereld of zelfs maar een spel waar iedereen zich welkom zou mogen voelen. Spelers die buiten het voetballen vooral op sociale media wonen, durven zich zelfs ook niet uit te spreken, bang voor imagoschade en hun carrière. Als Willem-Alexander tóch gaat, vind ik dat hij zijn zegje moet doen voor een tolerantere (sport)wereld. Dat kan hij natuurlijk voor de draaiende camera doen, maar als koning komt hij ook op plekken waar wij niet komen. En spreekt hij mensen die wij niet te spreken zouden krijgen. Denk aan het beroemde biertje met Poetin in Sotchi. En ook dan vertegenwoordigt hij ons allemaal. Dus mocht Willem-Alexander een kop thee doen met de emir van Qatar, hoop ik van harte dat hij wél – om in voetbaltermen te blijven – de ballen toont die het elftal en de KNVB mist.
Reageer