Column – Rick Evers
Nederland mag trots zijn op zoveel modetalent. Jennifer Lopez in een Viktor & Rolf, Lady Gaga werd meermaals gekleed door Jan Taminiau, Céline Dion droeg een Ronald van der Kemp en Jet Shenkman ontwierp al vaker voor hertogin Kate. Ook koningin Máxima kent haar Dutch designers. Ze is daarmee een echt visitekaartje voor hen. Al zegt ze dat nooit hardop. Ze draagt geregeld een creatie van Jan Taminiau en Claes Iversen, vorig jaar voegde ze ook Iris van Herpen toe aan haar collectie Nederlandse ontwerpers en ook Mattijs van Bergen of bijvoorbeeld Spijkers en Spijkers komen wel eens voorbij. Maar Máxima zelf, het hof en de RVD hullen zich over de couturiers in stilzwijgen. Ik heb in de loop der tijd veel vaste ontwerpers gesproken. Allemaal zijn ze erg voorzichtig over hun band met Máxima. Ze willen hun klant niet kwijtraken, maar zouden anderzijds ook wel van de daken willen schreeuwen dat ze in de letterlijke zin hofleverancier zijn. Eigenlijk geldt het voor elke klant: hoe trots ze ook zijn op een (trouw)jurk die ze maken voor een klant, je kunt daar niet zomaar mee te koop lopen.
Afgelopen week werd in Amsterdam de modeweek gehouden en twee van Máxima’s favoriete ontwerpers showden daar hun nieuwste couture. De Deens-Nederlandse Claes Iversen toonde een uitbundige collectie. Het is nu misschien nog moeilijk voor te stellen wat de koningin zou uitkiezen. Een weelderige mix van kleuren, materialen en prints, van japonnen waarin je Máxima zó zou zien lopen… Tot jurken met excentrieke volants of details die je op het eerste gezicht niet bij haar verwacht. Dat is geen garantie, Máxima is eigenwijs: ze kiest wat ze zelf wil en vaak keren zulke details alsnog op een andere manier terug in haar outfit. Ook Edouard Vermeulen van Natan Couture toonde zijn zomercollectie voor het komende seizoen. Zijn kleding kenmerkt zich door de vrouwelijkheid en de ogenschijnlijke eenvoud van de creaties. Dat Máxima bij hem in Brussel zal komen winkelen is wel te garanderen, hun samenwerking (en vriendschap) gaat al terug tot voor ze met Willem-Alexander trouwde en zelf ook in Brussel woonde. Wie als ontwerper voor de koningin werkt, weet dat je haar niets hoeft aan te smeren. Máxima weet zelf maar al te goed wat ze leuk vindt. Ze komt soms zelf met foto’s die ze op internet heeft gezien, ter inspiratie. Máxima houdt echt van mode en de ontwerpers zien het dan ook als een echte samenwerking, die veel verder gaat dan een gemiddelde klant die bij een winkel haar kleding komt kopen. Toch zit Máxima nooit front row bij hun modeshows. Ze wordt wel uitgenodigd, maar laat het aan haar voorbijgaan. De aandacht zou dan te veel naar haar uitgaan. Ze wil ook niet bekend staan als modekoningin, maar voor de inhoud van haar werk. Haar goede vriendin, de Deense kroonprinses Mary, heeft daarvoor een mooie tussenweg gevonden. Behalve modeicoon – ook in creaties van Claes – is ze ook de beschermvrouwe van jong Scandinavisch modeontwerptalent die showen tijdens de modeweek in Kopenhagen. Ook is ze beschermvrouw van de Global Fashion Agenda, om de modewereld zowel voor mensen als voor de planeet te verbeteren. Ze ziet mode als een kunstvorm, een ambacht én als een belangrijke industrie voor haar land. Ik heb één keer gepoogd Máxima wat over mode te vragen. Het viel me tijdens een staatsbezoek aan Indonesië op dat Máxima bijna alles al eens eerder had gedragen, terwijl normaal vooral nieuwe outfits mee de koffer in gaan. Was het wellicht een statement voor duurzaamheid? Maar kort van tevoren werd gezegd dat ik alsnog beter een andere vraag kon stellen. Een reden is niet gegeven, maar Máxima houdt er niet van als de aandacht op haar uitstraling komt te liggen. Ze begrijpt het, maar gaat het liever uit de weg. Maar zou het voor de Nederlandse mode niet beter zijn als ze het voorbeeld van kroonprinses Mary volgt?
Deze column verscheen eerder in Weekend
Reageer