Het duurt nog even, op 7 december 2021 wordt prinses Amalia achttien jaar. Al jaren krijgt de jonge Prinses van Oranje kritiek. Over haar uiterlijk, dat haar toekomst vaststaat vanwege de plek waar haar wieg stond, over haar schoolkeuze… Iedereen lijkt er wel een mening over te hebben én die te mogen ventileren. Zo ook over de uitkering die ze zal krijgen. Op jaarbasis krijgt ze ruim 2,5 ton gestort en daarnaast maar liefst 1,3 miljoen euro om haar kosten te dekken. Én ze krijgt, als ze dat wil, een huis op kosten van de Staat. Dat heeft ze natuurlijk niet bedacht, ook Willem-Alexander niet en zelfs niet Beatrix. Koningin Juliana zette in 1972 een handtekening onder die wet waar – jaar in, jaar uit – discussie over is. De kroonprinses van toen was Amalia’s grootmoeder Beatrix, toen een 38-jarige vrouw met drie kinderen, die al ver onderweg was in de richting van het koningschap. Ze gaf etentjes met interessante tafelgenoten, om meer te weten te komen over wat er in de maatschappij leeft. Ze had haar eigen secretariaat, een eigen kleine hofhouding, om haar te ondersteunen bij het werk dat ze al deed tijdens bezoeken in het land. Logisch dat daar een budget tegenover staat. Maar voor Amalia, die hoogstwaarschijnlijk nog een jaar of vijf gaat studeren, is de situatie natuurlijk anders. Ook anders dan haar zusjes, die niets krijgen. Amalia zou de hoogste studiefinanciering van Nederland krijgen, zonder dat ze er wat voor terug hoeft te doen. Behalve dan aanwezig zijn op Prinsjesdag, mee in de koets en wuiven vanaf het balkon. Vandaar ook dat koning Filip en koningin Mathilde, de ouders van Amalia’s collega-kroonprinses Elisabeth van België, aangaven voorlopig af te zien van de toelage. Heel sympathiek. Willem-Alexander ziet het anders: het staat zo in de wet en het is niet aan hem, maar aan de Tweede Kamer om dat te veranderen. Voor beide koningen valt wat te zeggen. Maar de focus ligt op Amalia, die er vast ook zelf een mening over heeft, maar zich niet in het debat kan mengen. Een meisje waarvoor in heel Nederland in december 2003 een gekte was losgebarsten. Er werden bomen geplant, munten geperst, postzegels gedrukt en rollen beschuit met oranje muisjes gegeten. Heel Nederland leefde mee, net zoals bij het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima. Het koningshuis ligt altijd onder een vergrootglas. Hun leven wordt niet voor niets vaak symbolisch omschreven als een gouden kooi, waar het hele land naar de bewoners kijkt, er een mening over heeft, maar van terugpraten eigenlijk geen sprake is. Het heeft nog wel het meest weg van een soap, waarin lief en leed wordt gedeeld, steeds weer nieuwe castleden geïntroduceerd worden, getrouwd wordt en gescheiden en door de kijkers getreurd wordt om de dood van een prominente speler in de serie. En dat is bij een koningshuis niet anders. Een koningshuis dat met beide benen in de samenleving staat, zorgt ervoor dat iedereen meeleeft en er een mening over kan hebben. Houdt die soap dan nooit op? Eigenlijk niet. Zelfs als de monarchie wordt afgeschaft, blijft de familie Van Oranje beroemd. Misschien worden ze dan alleen maar interessanter, als ze net als andere BN’ers de aandacht nodig hebben. Wat Amalia betreft, heb ik goede hoop voor de toekomst. Uitspattingen zoals de trip naar Griekenland, terwijl iedereen opgeroepen wordt thuis te blijven, zie ik haar niet doen. Ze is een stuk serieuzer en diplomatieker dan haar vader. Misschien verrast ze vriend en vijand – fans en haters van de soap – door op haar achttiende verjaardag met de oprichting van een Prinses Amalia Fonds, waar ze 1,5 miljoen startkapitaal in gaat storten. Maar het is aan haar om daarover te beslissen…

deze column verscheen in ForYou Magazine

Reageer

Royal Insider