Máxima bemoeit zich met heel veel zaken, achter de schermen zelfs met de financiële gezondheid van organisaties. Ook als ze daar niet officieel aan verbonden is. Dat blijkt uit het boek ‘Máxima. Meer dan Majesteit‘ van Rick Evers, dat eerder deze maand verscheen. Voor het boek sprak de auteur met tal van mensen die nauwe banden met de koningin hebben. Zo ook met de mensen van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie in Utrecht. Máxima stemde destijds in dat haar naam voor het ziekenhuis zou worden gebruikt. Sindsdien is ze nog altijd zeer betrokken, tot op haar Griekse vakantieadres aan toe, zo blijkt uit het boek. Ze kwam regelmatig langs in Utrecht voor een werkbezoek, hield contact met sommige jonge patiëntjes én houdt op financieel vlak ook vinger aan de pols.
Máxima: “Goh, zoek die rekening eens op…”
In het boek vertelt professor Hans Clevers, voormalig wetenschappelijk directeur, dat Máxima ervoor zorgde dat ‘Het Máxima’ – zoals het kinderkankercentrum in de volksmond heet – niet failliet is gegaan. Zij maakten torenhoge kosten voor de jonge patiënten, maar het geld kwam niet automatisch over vanuit het regionale ziekenhuis. ‘Toen de patiënten naar ons kwamen, kwam het budget van de zorgverzekeraar niet automatisch mee met de patiënt. Dat bedrag werd geheel overgemaakt naar het ziekenhuis waar de diagnose werd gesteld. Maar de kosten waren wel voor het Prinses Máxima Centrum,’ zegt professor Clevers. Ze stuurden daarvoor een factuur, maar een betaling bleef uit.
Máxima zou een werkbezoek brengen aan zo’n ziekenhuis, maar de koningin kreeg van het Prinses Máxima Centrum te horen dat zij nog een fikse rekening open hadden staan bij ‘Het Máxima’. Volgens Clevers heeft Máxima toen als voorwaarde gesteld dat ze daar alleen langs zou komen als die rekening betaald zou worden. En ook bij andere ziekenhuizen bleek dat het geval. Clevers: ‘Koningin Máxima heeft op een bepaald moment die ziekenhuizen herinnerd aan de openstaande rekeningen. “Goh, zoek die rekening van Het Máxima nog eens op, kijk of je die kunt vinden. Het zou fijn zijn als je die zou willen betalen.” Zonder te zeggen: “Jullie zijn wanbetalers”. En dat heeft geholpen. Iedereen heeft de rekeningen voldaan. Dat was voor ons cruciaal. Zonder dat geld waren we failliet gegaan.’
Reageer