Toen ik begon als verslaggever koninklijk huis was Beatrix nog koningin. Zonder dat ik het wist, ging ik mee met haar afscheidstournee langs onder andere Duitsland en Luxemburg. Daar tijdens het staatsbezoek aan Duitsland, in het voorjaar van 2011, mocht ik haar voor het eerst echt spreken. Tegenwoordig staan Willem-Alexander en Máxima aan het eind van een staatsbezoek tegenover een bataljon camera’s en krijgen ze een spervuur aan vragen. Beatrix deed dat niet. Een halve cirkel verslaggevers verzamelde zich bij de afsluitende receptie rond de koningin met hun notitieboekje. Als benjamin van de club was ik als laatst aan de beurt. Ik had het langst de tijd om de kunst af te kijken, om haar in me op te nemen. Zo vlak naast haar viel pas echt op hoe klein ze was bijvoorbeeld. Dat ze ongeveer net zo oud was als mijn oma. Maar vooral dat deze dame voor me de koningin was, voor zo lang als mijn herinneringen teruggingen. Een icoon. Ik had dus ook het langst de tijd om nerveus te worden. Dat is nooit weggegaan overigens. Wie ik ook spreek, of het Máxima is die ik intussen al talloze keren heb gesproken, of de boer waar koning Willem-Alexander bij langs is geweest, mijn hart bonkt in mijn keel bij een interview.
Dit keer overkwam het me weer. Vergeleken met een staatsbezoek was het een relatief klein clubje verslaggevers waarmee we op pad waren, een week lang achter Beatrix aan over Curaçao en Aruba. De hele week waren er zenuwen of er een moment zou komen om de prinses te spreken. De laatste keren heeft ze tijdens deze reizen wel wát gezegd, maar was dat tegenover één verslaggever namens alle media. Maar Beatrix heeft het niet zo op met de media, en dat is denk ik zacht uitgedrukt. We staan in de weg, we zijn vervelend, we leiden af, noem het maar op. Tijdens een vorige reis brak mijn klomp toen we bij het vallen van de avond op Curaçao bij de prachtig verlichte Kathedraal van Doornen kwamen. Maar de prinses was natuurlijk níet verlicht. De Blauw Bloed-cameraman had daarom een klein lampje op zijn camera aangezet. ‘Dat vervélende licht van de pers…’ hoorde ik al gauw en direct daarna werden we gesommeerd te stoppen. Het was niet voor het eerst tijdens die reis dat er een vinnige opmerking naar de media was gevallen en ik was het wat beu. Het is verdorie niet de privévakantie van de prinses, dacht ik, en ik liep naar haar adjudant. ‘We zijn hier letterlijk om het bezoek van de prinses over het voetlicht te laten komen,’ zei ik wat geïrriteerd, in de hoop dat zij het ook zou horen. Deze reis ging een stuk soepeler, al kreeg een fotograaf er op dag twee even van langs van Hare Koninklijke Hoogheid zelf – ‘het leidt áf! – en werd weggestuurd. Tot voor de prinses duidelijk werd dat het de huisfotograaf betrof die die wél toestemming had om daar te fotograferen. Dat resulteerde in uitgebreide excuses van Beatrix zelf. Toen de laatste dag daar was, kwam groen licht dat de prinses bereid was om, net als Willem-Alexander tegenwoordig doet, voor de camera een aantal vragen te beantwoorden. Ik besloot eigenwijs te gaan doen. Eerder in het jaar had ik de grote reis van Amalia naar de eilanden meegemaakt en toen vroeg ik de troonopvolgster naar wat ze van haar oma Beatrix had geleerd over de eilanden. Misschien tot paniek van de RVD-dame pakte ik nu met trillende handen mijn laptop erbij. ‘Voor ik u wat ga vragen, wil ik u graag eerst wat laten zien,’ begon ik en startte het fragment in. Ze keek even bedenkelijk, maar al gauw werd de spanning op haar gezicht verruild voor vertedering. Beatrix leek de lieve woorden van haar kleindochter voor het eerst te horen. Plots zag ik niet de koningin-emerita, maar een liefhebbende oma.
Reageer